NEIGHBOURS. DE BUURMAN WAAR NIEMAND OP HOOPT.

gluren-669x297

Ik heb een buurman. Ik noem hem Adri Voyeuriski. Hij houdt namelijk met veel bezieling de buurt in de gaten.
Adri is niet de buurman waar iedereen op hoopt. Integendeel.  Adri is moeilijk in de omgang, heeft zijn eigen waarheid en is snel geïrriteerd.  Een verjaardag die onverwacht een beetje gezellig wordt rond 00.30 uur, met een decibel van 0,0005% wordt direct afgestraft.

Adri gaat vroeg slapen en heeft oren die geluid kunnen ontvangen tot aan Zuid-Frankrijk en weer terug, zo ongeveer.  Als Adri onverwachts wakker wordt van een verjaardags-HOERA , zijn de poppen aan het dansen. Hij schiet dan in zijn verwassen trainingsbroekje en begeeft zich pijlsnel richting mijn voordeur. Adri belt niet aan. Adri ramt. Nou ja. Mijn bel is ook stuk, lekker rustig. Enfin.  Als ik de welbekende ram op de deur hoor, schiet ik in de ‘I-can-handle-Adri-yes-I-can’ mantra. Daar heb ik een paar weken over gedaan, voordat deze werkte.
Ik zucht diep en doe de deur open. ‘Hallo Adri!’ Ik lach en straal hartelijk naar hem. Super lief! ‘Geen hallo. Stilte, kappen of politie’, is zijn gedoodverfde antwoord. Terwijl hij dit zegt kleuren zijn koontjes bozig rood, het is bijna schattig. Bijna. ’Ok Adri, fijne dromen!’, zing ik terug. Rustig blijven voelt aan als een overwinning.

Adri is een hufter. Ik vond eens een briefje onder de ruitenwisser van mijn auto met de tekst: ‘Graag melden bij mij. Adri’. Melden. Dus. Ik belde hierop keurig bij hem aan.  Er zat een kras op zijn auto, vertelde hij.  En dat had ik gedaan, want ik parkeer de auto ALTIJD scheef in.  Ik was te verbouwereerd om iets terug te zeggen, dus ben ik gewoon met een gnuif geluidje weggelopen. Dat leek mij de snelste oplossing.  ’s Avonds kwam zijn vrouw aan de deur met excuses. Zij had dat krasje op de auto gemaakt en haar man wist van niks, raar misverstand he? Excuses van Adri zijn er nooit gekomen.

Adri is een beetje eenzaam. Hij verveelt zich stierlijk als zijn vrouw naar haar werk is en zoekt dan afleiding. Die vind hij in mij. Ik raas zo’n beetje het leven door, in zijn ogen. Loop in en uit, heb vrienden en een tuin, waarin gepraat wordt. Adri houdt in de gaten wat er allemaal mis gaat, welke steekjes ik laat vallen. Deelt mee wanneer ik speelgoed moet opruimen uit de tuin omdat er een windje op kan zetten en alles dan ongetwijfeld lawaaierig gaat schuiven, dat soort dingen. Bijzonder attent. Één keer per jaar geeft hij invulling aan zijn passie: appels uit boomgaarden plukken. Adri heeft in deze weken soms zijn verzoen-momenten en brengt dan wel drie appels langs, alsof het goudstaven zijn.  Zomaar, zonder er iets voor terug te verwachten!  De buitenlucht heeft hem dan goed gedaan.

Adri weet mij altijd te verrassen. Gisteren had hij weer een ‘dingetje’.  Ik lag in de tuin van een laatste zonnestraal te genieten toen ik zijn welbekende, bezwete voorhoofd boven de schutting uit zag steken. “Sandra, Sandraaaa, halloooo?’, riep hij. ‘Hallo Adri’.  Het was even stil alvorens hij doorging met ‘Krijg ik nog beeld of blijf je liggen daar beneden’?.  ‘Ik blijf liggen Adri, wat is er?’.   En toen kwam ‘ie:  ‘Op je zonnescherm ligt een VIS, een dooie vis, zeker uit de bek van een vogel gevallen’…… Dat vond ik best humoristisch.  ‘Haha ok!’  zei ik spontaan, ik weet ook niet wat me bezielde? Oei. En daar was hij al: ‘Dat is helemaal niet ok, want daar komen heel veel gore vliegen op af. Je moet dat ding nu weghalen. En dan heb ik nog een verzoek. Wil jij die asbak uit de tuin halen, ik ruik hem ’s nachts nog, als ik in mijn bed lig’.

O, dat had ik nog niet verteld: naast zijn zeer scherpe oren, heeft hij ook een zeer scherpe neus. Die door muren heen ruikt enzo.

Alle mantra’s daar gelaten, ik vond het tijd voor de waarheid. Ik schonk hem hierbij mijn meest innemende glimlach. Terwijl ik nog steeds ontspannen achterover hing klonk daar mijn vriendelijke stem. ‘Heb ik je al eens verteld dat ik je een lul vind? Ja. Gewoon echt een lul. Dan weet je dat. Ik zal de gemummificeerde guppy weghalen voordat er vijfduizend strontvliegen omheen zwermen, maar volgens mij mag ik wél een asbak in mijn eigen tuin zetten. Dus die laat ik staan. En nu kappen, anders eh…politie’. Een weldadige stilte van toch wel 20 seconden volgde, wellicht uit verbazing.  ‘Nou als het zo moet, dan hoeft het allemaal niet meer’ mompelde hij. ‘Lijkt me een puik plan Adri’. Adri droop af naar binnen. Ik nipte zelfverzekerd van mijn limonade.

De rust was wedergekeerd. Maar voor hoe lang?

http://

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen