STRONT AAN DE KNIKKER

headerpou

‘MYEAA-GNORF!’  klinkt het vanuit mijn tas. Een geïrriteerd, iets van knorrend geluidje. Een geluidje dat zich altijd wel lijkt te manifesteren als het doodstil is om mij heen.  Bij negeren herhaalt dit geluid zich elke 20 minuten ongeveer.  Er is ook weleens een ander geluidje hoorbaar. Een kreunend geluidje. Best gênant.  Als mensen mij verbaasd aankijken zet ik steevast mijn pokerface op.  Want eigenlijk is dit iets wat ik intern wil houden, ik schaam me ervoor.  Een soort van geheimpje. Iets dat grotendeels verstopt zit in de diepste krochten van mijn handtas. Vanuit het donker roept het me, éist het me en wíl het wat van me. Ik geef er niet altijd aan toe, want verdorie, het zou toch belachelijk zijn als ik bij elke kreun en steun klaar ga staan! Daahaag.  Totdat het na enige tijd dreigend begint te voelen,  de kreuntjes me loeihard toe lijken te schreeuwen, steeds dwingender. Tjsa, dan haal ik het weleens uit mijn tas om toe te geven aan zijn belachelijke, zeer onrealistische wensen. Steevast zwaar geïrriteerd, want het komt nooit uit. Het ding heeft de timing van een olifant die een porseleinen kast in springt. En het gekke is, met één simpele handeling kan ik hét elimineren! Maar ik kan het nog niet over mijn hart verkrijgen…. hoe graag ik dat ook zou willen.  Binnen afzienbare tijd gaat dat natuurlijk wel gebeuren!   Maar alvorens ik dat ga doen laat ik het doodgaan. Langzaam en pijnlijk, totdat de kreunen en knorren veranderen in smekende zachte piepjes. En die piepjes weer veranderen in een korte hakkelige ademhaling….waarop onverbiddelijk een zeer dramatisch klinkende laatste adem volgt, beeld ik mij zo vergenoegend in.  Dat is dan zéker zijn verdiende loon.

‘Pou!!’  Pou heet ‘ie.  Hij leeft in mijn telefoon en is zoals ze dat noemen het ‘virtuele huisdiertje’ van mijn vijfjarige zoon.  Tijn denkt dat hij ‘Poep’ heet.  Of hij vindt het leuk om hem zo te noemen. Daar bestaat nog enige twijfel over, aangezien Pou een bruingekleurde driehoek is. Meer niet. Een bruin-gekleurde-driehoek. Nou ja met ogen en een mond, dat wel.  En die driehoek nemen wij, of althans Tijn, heel erg serieus. Pou is een zeikerd. Hij heeft continu honger, dorst, is stinkend vies of wil spelen, met een balletje. Een heel irritant spelletje. Als we met het balletje spelen maakt Pou geluidjes van verrukking, zijn geluksindicator stijgt razendsnel als we dat doen. Dat is een bijkomend voordeel, bij andere spelletjes duurt dit veel langer. Daarom speel ik bij voorkeur samen met de bal.  Als zijn maag leeg is open ik de virtuele koelkast en koop eten voor hem. Fastfood, want ik hoop dat hij snel doodgaat. De ellende daarmee is dat Pou pedagogisch is geprogrammeerd. Bij een teveel aan junkfood wordt hij ziek, met een roodgloeiende thermometer in zijn mond en alles. Aan drama geen gebrek.  Dan eet hij niks meer, behalve broccoli, worteltjes en verstandige fruitsappen.  En dan heb ik het nog niet eens over dat wassen, wanneer POU-POEP vies is…..gadverdamme man wat duurt dat lang! Elk zwart stipje moet secuur worden weggeveegd met je vinger, zeker zo’n 3x sliden per vuiltje.  Mijn leven is een hel sinds Pou ten tonele is verschenen op mijn smartphone.  Soms wil ik hem slaan of weggooien, maar dat kan niet, want dan zou mijn telefoon stuk gaan. We kunnen eigenlijk wel stellen dat Pou mijn telefoon gijzelt. En steeds opnieuw wil onderhandelen. Als ik me beheers en hem met stalen zenuwen negeer verschijnt er een symbool van een worst of iets dergelijks op mijn schermpje en dat náást die klote geluidjes.

Tijn is GEK op Pou.  ‘Aaawww wat is ie lief hé mam, echt schattig’…. Tijn straalt als Pou aandacht van hem wil. Glunderend en vol liefde volbrengt hij zijn verzorgende taken, totdat Pou in optimale conditie is.  Steeds weer.  Hij laat het beestje ook zien aan zijn vriendjes en vriendinnetjes.  Vooruit, heel soms is Pou wel handig. Als ik te lang sta te kletsen met een vriendin in de supermarkt, of in de wachtkamer zit van de huisarts bijvoorbeeld. Tijn hoor je dan niet. Ideaal.  Hoe dan ook, zo kan het niet langer. Hij gaat eraan, die bruine. De pijp uit. Zoals ik al heb aangekondigd.  Gisteren deed ik een poging toen ik op Tijn aan het wachten was op het schoolplein, mijn vinger bewoog zich net naar het knopje ‘delete’ toen de schooldeuren openklapten. Mijn ventje -glunderend koppie, witblonde haren- rende stralend de deur uit en vloog me op de hals.

Hierna schreeuwde hij luidkeels zijn vraag:  ‘Mamaaaa heb je voor POEP gezorgd?!!!!’     ‘Jaa natuurlijk heb ik voor Poep gezorgd! Poep is niet vies, alles is okee!’     Wat de andere moeders op het schoolplein van deze dialoog vonden weet ik niet.  Ik wil het niet weten. Ik heb daar ook niet al teveel tijd voor, want ik moet voor poep zorgen.  Dat is tot nadere eliminatie van het hoopje stinkende rotstront namelijk mijn taak.

Pou

 

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen