BEREN OP DE WEG

kruising

Daar stond ze, het jonge meisje, voor het statige monumentale gebouw. Ze belde aan, de deur ging open en ze zei: “Goedemiddag meneer, ik kom hier voor het sollicitatiegesprek”, haar glimlach moest haar onzekerheid verbloemen.

Niets in mij kon destijds vermoeden dat er, vanaf toen, met de eerste stap die ik naar binnen zette, een heel nieuw hoofdstuk begon. Daar in dat kantoor, verborgen in dat indrukwekkende pand, plaatste ik mijn handtekening onder een arbeidsovereenkomst. Ik had een nieuwe baan.

Dat moment is 14 jaar geleden.

Mijn werkgever was een karakteristieke, opvallende en charismatische man. Laat ik hem Phillippe noemen. Dat past wel bij hem. Hij had zo zijn eigen mening over het reilen en zeilen in Nederland. Bijvoorbeeld de politiek, te dure onnodige spullen of onzinpraatjes. Maar ook al het andere nieuws dat hem raakte, of het nou vanuit het nieuws was of persoonlijk, hij had een mening. Een zeer duidelijke mening. “Het is toch gewoonweg niet te geloven”, was zijn gevleugelde uitspraak met verontwaardigde ondertoon.

Ik moest vreselijk aan hem wennen, maar langzamerhand begon ik hem steeds meer te waarderen, te vertrouwen. Vertelde hem dingen uit mijn privé leven. Vroeg ik hem steeds vaker om een mening. In de loop der jaren gaf het pand mij het bijzondere gevoel van ‘een tweede huis’, mede door zijn vertrouwde aanwezigheid.

Het werk ging prima, ik werd steeds zekerder doordat Phillippe me, bij elke stap, liet weten dat er altijd meer mogelijk was als je het maar wilde. De wereld van ‘advertising’ begon te leven. Alle aspecten legde hij geduldig uit. Ik weet niet hoe vaak hij me met A4-tjes heeft uitgelegd hoe alles werkte in een drukkerij, hoe hij was begonnen met filmrollen vroeger, hoe een uitmuntend verkoopgesprek klonk, waar de valkuilen en de kansen lagen.

Begonnen op de administratie pakte ik in de loop der jaren uiteindelijk alle werkzaamheden op, die nodig waren na een verkoop, zo ook de DTP (vormgeven advertenties, gidsen oa). Onzekerheid maakte -onder zijn leiding- plaats voor zelfverzekerdheid, vertrouwen in mijn kunnen. Allround werken beviel me. Ik had mijn plek gevonden. “Je moet niet altijd beren op de weg zien, Ooms” zei hij vaak.

Naast de drukke werkzaamheden, was hij uiterst kritisch op mijn spraak. Ik werd als het ware weer opnieuw opgevoed. Ik had nog enige Westfriese uitdrukkingen in mijn spraak, die steevast door hem herhaalt en gecorrigeerd werden. Irritant, zou je kunnen zeggen, maar hij had de gave me niet te irriteren. “Ken, kan, kun, Ooms. Dat heb je nog niet helemaal op de rit”. Ook ‘hetzelfde als’ en ‘anders dan’, waren echte westfriese uitdrukkingen die hij langzaam uit m’n systeem heeft gehaald. Met de nodige accenten erbij.  Als ik zei “Het sniwt” zei hij:  “Ooms, dames spreken beschaafd, het  sneeuwww-t”. En nog zoveel andere correcties, die ik me -met een glimlach- herinner.

Ook buiten kantoor stond hij altijd paraat als ik daarom vroeg, geïnteresseerd, maar altijd met zijn eigen mening. Eerlijk en recht door zee. Of het me nou beviel of niet. Ik durf inmiddels wel te zeggen dat hij een soort vaderfiguur voor mij was geworden. Zo volgde hij destijds, in zijn lunchpauze, op de voet de verbouwing van mijn eerste koophuis. Proostte hij op een goede afloop. Stond hij me -met raad en daad- bij in alle opvolgende fases van mijn leven. Nam zijn kritische blik mee naar de bezichtiging van mijn tweede koophuis. En gaf me antwoord en advies op de meest persoonlijke vragen.

Rijles, gaf hij me ook. Ik had allang mijn rijbewijs, maar had nooit meer gereden. Al jaren niet. Ik besloot lukraak, op een dag, dat ik maar eens een auto moest kopen. “Typisch Sandra”, zou mijn moeder zeggen. Impulsief als altijd.

Phillipe zei dat niet, hij was enthousiast. Toevallig zat hij ook ‘in die handel’, één van zijn vele hobby’s. Hij had nog een Twingo staan, welke hij had geïmporteerd uit Duitsland. Een opvallende knalroze Twingo welteverstaan, verlaagd model, inclusief roze velgen. Schitterend. Verkocht! Daarna gaf hij me rijles in het ‘racemonster’, waarin ik het koekblik had omgedoopt. Tranen gleden over zijn wangen van het lachen toen ik moest inparkeren, ik was alles finaal vergeten. Alles. Kalm bleef hij toen ik zenuwachtig de snelweg op sjeesde en het invoegen niet helemaal lekker ging. Ook stelde hij me gerust als ik driftig getoeter en middelvingers ontving van mede- weggebruikers. Een aantal historische rijlessen.

In de drukte die mijn privé leven soms was, was er altijd 1 ding dat constant bleef: mijn baan, mijn werkgever, mijn haven. De plek waar ik altijd mijn verhaal kwijt kon. Waar ik heb gelachen en gehuild. Bloed, zweet en tranen die ik -letterlijk- in werkzaamheden en projecten heb gepropt. Werkzaamheden die werden afgewisseld door borrels, goede gesprekken en verbazing. Verbazing over de veelvoud aan dingen waar hij zich druk om kon maken. De vele interesses die hij had, de bijzondere passies en hobby’s waar hij uitvoering over kon vertellen. Nóóit was het saai. Geen dag was hetzelfde.

Jaren verstreken.

Tot het jaar waarin hij het pand had verkocht. Wij mochten, tijdelijk, bivakkeren op de bovenetage van het kantoor totdat we nieuwe werkruimte hadden gevonden.

Hij was wat vaker op pad in die tijd, was niet zo fit, moest vaak naar het ziekenhuis voor onderzoeken

De middag waarop hij naar binnen kwam rennen, zonder iets te zeggen. een fles wijn zocht, een flinke teug nam en zei “dit was het, ik ga eraan”, zal ik nooit vergeten. De schok was enorm. Hij vertelde dat er darmkanker was geconstateerd en verdween naar zijn huis. De tranen stroomden over mijn wangen, intens verdriet. De eerste werkdag waarop ik mijn vertrouwde haven onzeker verliet…

Met ingang van deze dag is mijn werk niet meer hetzelfde geweest. Phillipe had het bedrijf verkocht aan een collega. Hij heeft diverse operaties doorstaan en is ook diverse malen kankervrij verklaard. Genoot en geniet van het leven, elke dag. Gaf zeillessen, verbouwde zijn boot, en maakt zich steeds minder druk om onbelangrijke dingen, naar eigen zeggen. Weemoedig klinkt hij, als hij dat zegt. Op de zeldzame momenten dat ik hem, ook nu, nog spreek bij een verjaardag of spontaan bezoek van hem.

Ik heb zojuist weer mijn handtekening gezet, op een contract, maar ditmaal ter beëindiging van mijn functie binnen dit bedrijf. Na bijna 14 jaar, stopt mijn functie –noodgedwongen- als gevolg van de financiële crisis. Huilend heb ik Phillipe opgebeld, toen de realiteit van deze crisis op het bedrijf tot mij doordrong. Kapot was ik.

Weer stelde hij me gerust.

Al enige tijd staar ik naar mijn handtekening op het contract…en alle bovengenoemde herinneringen passeren… Tranen springen in mijn ogen. Totdat ik opgeschrikt word door mijn zoontje van vier. “Mama schiet eens op we moeten verder gaan”, zegt hij.

Ja verder. Ik moet verder.

Het is even herpakken en wennen maar ik ga ervoor. Ik heb genoeg te bieden. Ook nu komt er een mooie tijd aan. Als de onzekerheid mij even aanvliegt hoor ik een stem in mijn gedachten zeggen: “Niet altijd beren op de weg zien, Ooms.”

En ik glimlach.

Hoe lang Phillipe nog te leven heeft, weten we niet. Dat dit niet ‘nog vele jaren’ zal zijn, heeft hij me verteld. Ik wil hem daarom nu nog bedanken voor de belangrijke rol die hij heeft gespeeld in mijn leven. Zijn rol die me, onder andere, heeft gemaakt tot de persoon die ik nu ben, een zelfverzekerde vrouw. Allang geen meisje meer.

Bedankt, lieve Phillipe, voor de mooie jaren, het zelfvertrouwen, de steun, het plezier en…het inzicht.

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen