6.00 uur. Ik word wakker van geluiden. Als ik besef wat voor geluiden het zijn, ben ik geïrriteerd. BOINK.BOINK. En het langer aanhoudende: BOOHOOOOIIIIINK!! Krassende pootjes en vervolgens een gil die door merg en been gaat, zo luid.
Als een gefrustreerde kamikaze ramt Pip, onze roodharige kat, zijn inhoudsloze schedel tegen zijn kattenluikje in de voordeur. Steeds weer. Hij heeft er zo eentje met een magneetje. Een magneetje om zijn halsband zorgt ervoor dat het luikje openklapt en hij naar binnen kan. Zo tref ik geen andere kattenvisite aan in huis.
Enfin, dat bandje met dat magneetje is hij dus weer eens kwijt geraakt. Ik verdom het om nogmaals een nieuwe aan te schaffen voor zes hele euries. Hij bekijkt het maar.
‘Ooohh mama… dat is Pip, doe jij hem even naar binnen’ gaapt Tijn, comfortabel in zijn superman pyjamaatje vanuit zijn warme bed. Sjit. Die kat heeft hem wakker gemaakt. ‘Tijn, slapen!’, roep ik om vervolgens vloekend naar beneden te lopen en de voordeur te openen. Hij wint, dat stomme beest. Als hij met z’n zeiknatte modderpoten naar binnen loopt, krijg ik nog een standje ook. Een miauw die afwijzend klinkt en boos.
Snuivend loop ik weer naar boven, in de hoop nog een half uurtje te kunnen slapen. 6.10 uur. Ik lig. Zucht. ‘Mahaaam, Pip heeft vast honger. Ik geef hem wel eventjes vleesjes te eten’. Klinkt het, klaarwakker, in het donker. Kleutervoetjes rennen uit bed. ‘Tijn ga nou nog eventjes slapen het is nog midden in de nacht’. ‘Nou okay dan’, is het antwoord. Voetjes lopen terug. Stilte volgt. Voor minstens, 5 gezegende minuten. Ik hoor het tikken van de klok. Heerlijk. M’n ogen sluiten zich nog even, klaar om weg te zakken in een nevelige droom. Voetstappen klinken op de trap, naar boven. Het is de kat, zijn voetstappen klinken als een mens, zo luid. De eerste keer schrok ik daar ook van. Het went.
‘PPRRRRRRTT PPRRRRTTTTT’, klinkt het luid in mijn oor. Pip spint en ik ben vergeten m’n slaapkamerdeur dicht te doen. Zwarte moddervlekken op mijn kussen. Ik kijk op de klok: 6.20 uur. Pfffffff. ’Mam, het is écht wel goedemorgen hoor, ik kom eraan!’ Nog voor ik heb kunnen roepen dat dat echt niet het geval is, staat Tijn al naast me. En roept: ‘Hee Pip! Kom maar lekker bij ons liggen’. De kleutervoet stapt op mijn buik en een een mini handje grijpt mijn arm als hij in bed klautert. AU. ’Tijn, nu moet je heel goed luisteren. Iedereen slaapt nog, wij gaan dus ook -gewoon- nog eventjes slapen. Echt’. ’Mag ik dan bij jou slapen mama?’ In de hoop op een positief antwoord, krijg ik zijn dikste plofzoen op mijn wang en aaitjes over m’n haar. Ik moet toch even glimlachen, oh wat een slijmbal! Het werkt, dit keer… ‘Ja dat mag, als je écht heel erg stil bent, nu dus slapen hè’, zeg ik en draai me om. Koude kleine voetjes wurmen zich tevreden tussen mijn benen, om zich op te warmen.
Zo liggen we even.
6.45 uur. ‘Ik denk dat Barbapapa of Sesamstraat nu op tv is, wat denk jij?’ vraagt Tijn. Vervolgens beweegt het matras alle kanten op. ‘Pippieeee blijven liggen! Hee, ik pak je wel!’ Voetstappen stampen weer over me heen alsof ik een voorwerp ben in plaats van een mens. AUHAUWW! ‘Tijn doe eens rustig!’. ‘Jaa ik heb hem, ik ga weer liggen!’
Ik zucht. Ik accepteer, het is kansloos. Vakantie of niet. Uitslapen kan ik vergeten. Ik pak de afstandsbediening en zet de tv aan. Barbapapa’s veranderen net in vleermuizen. Hij had gelijk.
Nog heel even rustig liggen en dan een ontbijtje maken. En o,ja het is schoolvakantie. Wat zullen we vandaag weer eens doen?
Eerst toch maar weer een magneetje kopen bij de dierenwinkel, met een nog steviger bandje.