Tante Netty
Ze heette Tante Netty. Zo stelde zij zich voor. Ze was mijn tante niet, maar dat maakte mij niet uit. Want ze had snoep. Haar opvallende verschijning was excentriek en mysterieus. Tussen alle saaie mensen uit mijn straat was zij een verademing. Haar mollige lijf werd omhuld door flamboyante jurken met een vrolijk schreeuwende bloemenprint. Vaak in de kleuren rood, oranje en blauw. En dan dat kapsel van haar! Haar spierwitte haren lagen als een massieve, ondoorkambare bol op haar hoofd geboetseerd. Heel bijzonder, alsof ze koningin Beatrix was. Statig, vond ik.
Zoals elke dag liepen we met de buurtkinderen naar het enige verwaarloosde huisje in onze straat. Vertrouwd kropen wij ons een weg door het hoogbegroeide onkruid van haar voortuin richting voordeur. Kinderhandjes klepperden luidruchtig aan haar brievenbus en onze stemmen zongen geoefend -in koor- het bekende zinnetje: “Tante Nettyyyyy mag ik een snoepieeeee?” Ze was altijd thuis. Na wat gestommel opende ze met een frivole zwaai haar deur. Steevast met een stralende lach. ‘Halloooo lieverds, natuurlijk heb ik snoep!’ Ze had altijd dezelfde snoepjes. Visdropjes. Mijn favoriet. Voordat ik kennis maakte met Tante Netty had ik deze nog nooit in mijn mond gehad. Visdropjes zijn de enige dropjes die zoet en zout tegelijk zijn, alsof de makers ervan niet konden kiezen. Wanneer Tante Netty haar deur opende keken wij uit over stapels ondefinieerbare spullen in haar hal. Op de één of andere manier vond ik dat gezellig. Alsof de deur van een stoffig, interessant museum zich opende. Tussen al die spullen door krioelden ook nog eens de leukste katten. Wanneer Tante Netty op zoek was naar de pot drop sprongen de beesten nieuwsgierig om haar heen. ‘Mokka, ga opzij joh en jij ook Harlekijn!’ riep ze vermanend. Haar katten hadden de meest bizarre namen. Ach, alles was daar leuk. Tante Netty was de volwassen Pippi Langkous van de buurt.
Als ik een rommelmarkt hield op een kleedje in de straat en de verkoop viel wat tegen, dan hoefde ik enkel aan te bellen bij mijn Tante Netty om het even te melden. Even later kwam ze aan lopen met haar iconische rode tas, waaruit zij haar knalblauwe portemonnee tevoorschijn haalde. Ze kocht troep van me, dat zelfs in de vuilnisbak nog werd uitgescholden door overjarige ham. Zo was ze. Alsof ze diamantjes had gekocht liep ze er vrolijk weer mee naar huis. Er was vast nog ergens ruimte op de imposante berg spullen in haar huis.
Zo ging het jaren verder. Toen volwassenheid in mij sloop ving ik weleens wat dingen op van diverse buurtbewoners. Dingen waarvoor mijn oren eerder niet open stonden. Tante Netty was een ‘Kattenvrouwtje’, een immens verwaarloosde vrouw. Een eenzame vrouw bovendien, die het allemaal niet helemaal op een rijtje had daar in die bovenkamer. En dan dat vieze, vette haar boven op haar hoofd… het zat vast vol met luizen. De gemeente moest maar eens gebeld worden om daar een verontreinigingsteam heen te sturen. De vlooien sprongen er tegen het plafond! Bovendien kon je geen stap verzetten in dat huis zonder in de kattenstront te staan. Buurvrouw Nelleke had het geprobeerd. Het was een schande! Ze was degene die de keurige uitstraling van onze buurt bezoedelde, zo werd er gefluisterd.
Kinderstemmen vervaagden daar, in haar tuin, bij haar voordeur. We werden allemaal volwassen. Nieuwe, jonge, kinderen werd de weg niet meer gewezen naar haar huis, vol snoep en vrolijkheid. Het huis transformeerde in een soort spookhuis. Ik liep er nog weleens langs en soms probeerde ik stiekem schichtig naar binnen te kijken, door nieuwsgierigheid gedreven. Maar haar donkere gordijnen belemmerden mij het zicht.
Eerlijk gezegd moet ik schaamtevol bekennen dat ik niet weet wat er verder gebeurd is met ‘mijn’ Tante Netty. Schoolfeestjes, make-up, Madonna en (destijds) zeer veel andere belangrijke zaken namen mijn tijd in beslag. Gezien haar leeftijd bevindt ze zich momenteel niet meer op aarde. Maar voor mij is ze nog springlevend wanneer ik een overheerlijk visdropje in mijn mond laat glijden. Vorige week zat er eentje verstopt in een snoepzakje van Tijn. Onmiddellijk dacht ik aan die fantastische vrouw uit mijn verleden, met de prachtige jurken en de elegante haardos. Aan haar authentieke, oprechte en warme persoonlijkheid. Dit is wie zij was voor mij en hoe ze zal voortleven in mijn hoofd. Wat de rest ervan maakte is niet belangrijk. Dankjewel Tante Netty, voor alles. Heb je genoeg visdropjes daarboven om uit te delen?