Category Archives: Me

MIJN MAGISCHE JUFFROUW G.

THEEDOEK

Mijn magische juffrouw G.

Juffrouw G. was steevast gekleed in schots geruite minirokjes. Naar gelang de kleur van de ruitjes droeg ze er bijpassende coltruien op en completeerde ze haar ‘signature style’ met maillots in corresponderende tinten. Iedereen wist dat ze een buitenbeentje was, dat voelden we. Ze was anders, héél anders dan de rest. Een vrouw die haar emoties stevig onder controle had, ondoorgrondelijk. De zwarte aktetas, waarmee ze was vergroeid, versterkte deze strenge uitstraling. Menig keer hebben we over haar geroddeld en om haar gelachen.

Ooit stond ze een keer op de hoek aan het aanrecht in de lerarenkamer. Meester S. had een theedoek nodig en greep per ongeluk naar haar rokje. Een memorabel en hilarisch hoogtepunt als je 11 jaar bent. Er gebeurde nooit zoveel op de lagere school.
Ze gaf geschiedenis. Dit betekende dat ze dodelijk saaie verhalen over haar reizen naar Frankrijk ventileerde. De rest van de wereld hebben we pas in de brugklas mogen ontdekken.

Op een warme zomermiddag kreeg ik met een klein clubje blokfluitles van haar, na schooltijd. Het duurde even voordat ik alle gaatjes van de fluit kon afdekken met mijn vingers en het noten lezen was ook lastig, doch.. na een aantal lessen kon ik een versie van ‘Vader Jacob’ ten gehore brengen, waar de oorschelpen nog lang van natrilden. Tegen het einde van de zomer waren we geoefend genoeg om ‘Het zonnetje schijnt zo heerlijk schoon’ te fluiten, in canon.

Dat is waar de magie begon…. Terwijl wij onze longinhoud en speeksel in de keurig gelakte, houten blazers deponeerden en dit ‘vreugdevolle’ lied vertolkten, transformeerde juffrouw G. in een ander persoon. Ze schopte haar degelijke schoeisel uit en begon te huppelen in haar okergele maillot…te fladderen… door het lokaal, terwijl haar dirigentstok zwierig op de maat mee bewoog. Haar donkerbruine, hoornen bril zakte naar het puntje van haar neus en haar mondhoeken krulden omhoog in een zeldzame opwaartse beweging. Zelfs haar keurige scheiding begon wat onregelmatigheden te vertonen toen haar gehuppel hartstochtelijk overging in een dans, waarbij haar flink aanwezige bilpartij bevallige bewegingen maakte.
Opvallend is dat we er nooit om hebben gelachen . Nooit over hebben geroddeld. Ze deelde daar onze trots en haar passie.
Met kerstmis speelden we de sterren van de hemel in de aula, voor de hele school. In mijn beleving was onze ‘stille nacht’ de mooiste versie ooit.
Ik ben alles weer vergeten. De noten, de stand van mijn vingers op de blokfluit en de verhalen over Frankrijk. Maar haar niet. Haar nooit. Ze was geweldig.

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen

TINDERLETSEL

tinder

Een vleesmarkt? Zeker. De eerste keer dat ik mij had aangemeld op Tinder kwam er een partij billen voorbij. Billen die elke ruimte van de vierkante foto wilden benutten. Ik kon zijn kontharen zien. Ja, ik kon ze zelfs tellen. Het waren er zes. Twee korte en vier hele lange. De rillingen schoten door mijn lijf. En niet van opwinding.

Zijn naam ben ik vergeten. Ik geef toe dat ik enkele minuten geïntrigeerd naar het schermpje op mijn telefoon heb gestaard alvorens ik hem onverbiddelijk het rode kruis gaf. Het is onvoorstelbaar hoeveel rotzooi zich heeft verzameld in deze app. Ik kan je vertellen dat er veel gestoorde mannen bestaan. Mannen die raar en verontrustend denken. Mannen die bedenken dat ze hun sixpack moeten laten zien, of hun sportauto, hun huis, hun boot of nog erger: hun kinderen. Wie zet er nou een foto van zijn kinderen op een dating-app? Verwachten ze dat ik een rode schilferige rotkop kan negeren door de bijbehorende lieve kinderhoofdjes? Willen ze pijlsnel laten zien dat ze enkel beschikbaar zijn als ’Package Deal’, of dat ik stante pede mijn moedergevoelens projecteer op hun gebroed? Ik zal het nooit weten.

Op Tinder mag ik in hokjes denken, anders wordt het te verwarrend. Bovengenoemde heren hebben duidelijk compensatie nodig om hun eigenwaarde mee op te krikken. ‘De Compensatieheertjes’, noem ik ze. Ze compenseren met hun waren ongetwijfeld een sociaal onvermogen, een zorgwekkend IQ of barbaarse eetgewoonten. Ik fantaseer graag dat elke foto die ik afwijs met het rode kruis, ontploft in een giftige vloeistof en een afvoerputje in sijpelt, richting riool. De plek waar ze thuis horen. Deze fantasie maakt het leuker. Tinder kan namelijk saai zijn. En vermoeiend. Voorál vermoeiend. Als ik me eindelijk een weg heb geswipet door de donkere Tinderkrochten en een paar acceptabele heerschappen heb gevonden tussen het grofvuil, start ik mijn onderzoekje. Ik lees aandachtig de drie regels die de beste man heeft achtergelaten, maar een zelfpromo zegt mij niet zoveel. Sommige mannen zijn eerlijk, maar tegelijkertijd ook saai ‘Ik hou van het goede leven, een wijntje of een wandelingetje op zijn tijd’. Met zo’n man zit je waarschijnlijk binnen drie weken gestructureerd elke zondagmiddag op de bank naar een kookprogramma te kijken.

Eigenlijk kunnen ze het ook bijna niet goed doen, ik geef het eerlijk toe. Een man online uitzoeken is best lastig. Hij bevindt zich onder een onrealistische loep. Als koopwaar uitgestald. Het is de enige online-markt waarbij ik last heb van aankoopstress. Terwijl je ze gewoon kunt ruilen, deleten of blokkeren. Soms maak ik een screenshot van hun foto en haal het door ’Google-Image-Search’ om te checken of hij op social media een beetje normale vrienden heeft. Zou dat vrouwen eigen zijn? Ik weet dat mannen vrijer zijn in het maken van een keuze. Een vriend van mij geeft elke vrouw een groen hartje, onder het motto: ‘Dan zie ik wel wat er over blijft’. Bewonderenswaardig. Maar dat terzijde. Als ik een aardig exemplaar heb gevonden druk ook ik op het groene hartje. Hierna hou ik even mijn adem in, alsof het heel erg spannend is wat er dan gaat gebeuren. Is het een match? Zo ja, kom je met z’n tweeën in een chat. Ik had het woord vermoeiend al gebruikt en dat is het. Het is niet dat ik het niet leuk vind om met een potentieel leuke man te gaan chatten, maar na een aantal chats en dates ontbreekt de inspiratie weleens, of tijd. Ik word er laks van.‘Hoi wie ben jij?’, ‘Waar kom je vandaan?’, ‘Wat ben je nu aan het doen?.’ “Ik zit op het toilet en hoop op een enorme berg regenboogstront”, zou ik weleens willen antwoorden. Puur uit baldadigheid.

Elk nieuw begin start met een blanco pagina. Er is geen andere manier. Bij de startlijn geef ik het echter meestal al op. Ik ben daar niet de enige in. Ik heb veel matches die de status ‘pending’ hebben. Ik hoor mijn telefoon bijna gapen. Geeuwen onder het gewicht van ongesproken woorden. We wachten allemaal op inspiratie. Stiekem wacht ik op een man die tachtig hindernissen trotseert en me gewoon keihard het hof maakt, met humor en volharding. Die me als een speld uit zijn matchberg haalt. Ach. Ook hij heeft Tinderletsel opgelopen. Ook hij beschikt over een verwarrende stapel opties. Een mager ‘Hoi’ is alles wat we qua tijd en energie aan elkaar willen verspillen. In de hoop op bevlogenheid van de ander. Ik denk dat ik stop met zoeken. Mezelf hoog op een bergtop positioneer. Een top die alleen te bereiken is middels een helse tocht langs doornstruiken en draken. Een tocht die enkel een nobele, appetijtelijke en dappere heer zal doorstaan. Voor een blanco vel papier, in een kleur die hem aanspreekt. Hij zal dermate grote verwondingen oplopen, waarbij zijn Tinderletsel zal voelen als een oppervlakkige schaafwond. In mijn dromen. Welterusten.

DUBBELE SALTO VOORWAARTS

ddjdjd

Gewoon die trap op, de duikplank aflopen, je tenen over de rand, één keer diep ademhalen… en springen maar.

Ik keek over mijn schouder naar achteren en liep dan vaak weer terug. Rende tegen beter weten in, weer hard terug naar mijn veilige basis, daar beneden op de grond. Ergens.  Een basis die eigenijk al jaren geleden een illusie was geworden. Warm, veilig en vol liefde was deze al lang niet meer. Een strijd die al was gestreden. En die we hadden verloren. Dik.  In het begin was ik nog een ster in het ontkennen, maar het afgelopen jaar was er geen ontkennen meer aan.  Hoe ga je met zoiets om. Hoe aanvaard je dat?  Dat je hebt verloren. Écht.  Dat de veerkracht er serieus niet meer in zit.

Het gevecht ging door. Steeds weer had ik ruzie met die duikplank die mij al die jaren in zijn greep hield. Ik stond daar maar in het midden,  ijsberend, nutteloos op en neer. Vertwijfeld, in tranen. Stampvoetend of gewoon…. doodstil.  Lamgeslagen.  Zoekend.  Niet zelden ontvluchte ik die stomme plank even helemaal.  Om te verdwijnen in het niets.  Zinloos natuurlijk.

Soms, zag ik hem in de verte. Hij stond op een andere duikplank hetzelfde gevecht te voeren. “Loop dan door,” schreeuwde hij. “Ja jij dan!”, schreeuwde ik terug. Vervolgens werd het weer een tijdje stil.  We lagen inmiddels al jaren apart, op onze eigen plankjes, een eigen leven daar weer omheen gebouwd.  Die basis daar, ergens, op de grond was allang vervaagd. Op het belangrijkste wat ons bindt na, een mensje van vlees en bloed.  Ons vlees, ons bloed.  Dat mensje is ontzettend gelukkig en had niks door. Daar zorgden we wel voor.  En daar gaan we nog steeds voor zorgen. Dat hij gelukkig blijft. Intens gelukkig.

De mensen direct om mij heen wisten het al wat langer. Familie en goede vrienden hebben het gevecht ook gezien. Nu maak ik het voor iedereen bekend. Ik ben gesprongen, het diepe in. Onbekend en toch bevrijdend. Hij ook, even verderop.  Tijn springt met ons mee. In het midden. We houden hem goed vast.

 

 

 

 

ME

580790_562125450525986_1888739963_n

contact:  info@sandraooms.nl  - Mijn Facebook pagina - www.sandraooms.nl

Moeder •  dromer • denker • blogwriter • levensgenieter • chaoot • vintage/retro-lover • zomer • schorpioen • wijn •  humor • Italie • friends • fun • 20 kruiden thee • rood • family  • gesprek • creatief • PR en Marketing • freelance journaliste voor EnRoute Magazine

Sometimes I pretend to be flawless… but it feels uncomfortable. So I go back, to being me. Clumsy, chaotic, wearing my heart on my sleeve and absolutely: imperfect. Feels best! Besides… everyone else is taken. (By: Oscar Wilde & Me ;)

 

1 kind:  Tijn (8 jr.)

omslag