Tag Archives: irritatie

MENS ERGER JE NIET

mensergerblog

‘Kun je die teennagels niet eens afknippen ik word er kotsmisselijk van!’

Veel te luid hoor ik opeens een stelletje circa anderhalve meter naast mij op het strandje ruzie maken. Over gênante zaken, niet bestemd voor mijn oren. Irritaties, die van hun zijn.  Even hiervoor hoorde ik alleen nog wat spelende kinderen en genoot ik van het geluid van het kabbelende water aan de rand van het IJsselmeer.  “Katja zei laatst ook nog dat je stonk. Echt! Je doet er niks aan. Je laat alles maar groeien. Je neusharen, je nagels, je buik. Eigenlijk ben je gewoon een onwijs goor mannetje!’

Dit stelletje ging nog wel even door met het afzeiken van elkaar. Zo kwam ik ook te weten dat die Katja een trut was en haar stem hem koppijn geeft. Zij haar beenhaar eraf brandt met een aansteker. Dat dit vreselijk stinkt. Hij zijn tanden maar om de twee dagen poetst. Er weleens een klontje snot in zijn neushaar blijft hangen, dat hij nooit ziet. Dat dat allemaal niet waar is volgens hem. Dat zij zich niet realiseert hoe erg het hele huis gaat stinken als zij haar schoenen uit doet met die hitte. Teveel aan vieze make-up op haar gezicht smeert.  ‘Zo kenne we nog wel effe doorgaan he!’, schreeuwde hij na een tenenkrommend, stiekem amusant, kwartiertje. Ik hoorde hoe hij zijn blikje bier samenkneep en in het zand gooide.  Hierna werd het stil.  Ongemakkelijk stil.  Zo ongemakkelijk, alsof het leek dat alleen ik en zij daar nog zaten op dat strandje. Alsof iedereen, die wat verder van hun af zat, plots was verdwenen. Ik voelde dat ze naar me keken.  Ze realiseerden zich vast en zeker nu pas dat er meer mensen om hen heen zaten.  Dat ik alles had gehoord. Ongemakkelijk schoof ik mijn zonnebril nog wat verder op mijn neus. Ik kuchte en riep Tijn naar me toe, die aan de rand van het water met schelpen en zand aan het spelen was. Bewoog en sprak in hun brandende vizier. Ik wist het zeker.  Ze probeerden vast te analyseren of ik geschokt was? Misschien verwachtten ze een geruststellende glimlach van mij? Of niet. Stilte. Oef. wat een stilte.  Misschien waren ze gewoon een sigaretje aan het roken zoals ik in een flits zag en dachten ze helemaal niks. Zijn het van die mensen die geen schaamte kennen. En was dit enkel mijn gevoel.  Het ongemak werd voor mij echter zo groot dat ik vrij direct besloot het strandje te verlaten met Tijn voor een fietstochtje langs hetzelfde meer.

Geluiden en gewoontes van mensen om je heen. Je moet ermee dealen. Tenzij je jezelf opsluit in een hutje op een onbewoond eiland. Daar zou ik Adri, mijn -inmiddels tot cult verheven- buurman, niet zien en horen. God wat heerlijk.  Daar zou ik mijn bejaarde buurvrouw, links van mij, niet met een krakerig stemmetje horen praten tegen toevallig passerende vogeltjes in haar tuin, rondom haar geliefde vogelhuisje. In het licht van Adri’s acties, bestempel ik dit overigens als een matig vergrijp. Tevens zou ik haar niet horen klagen over een scheef hangend struikje of een geplet gladiooltje, waarbij haar krakerige stem in standje onverdraaglijk schiet. Haar valse pianospel, met als het tegenzit een stukje zang erbij.  De bejaardengeur die mijn neusgaten inkringelt als ze haar voordeur opent, omdat ik even wil vragen of ik Tijn zijn bal uit de tuin mag pakken. We zitten allemaal dicht op elkaar.  Te dicht. Deal with it. Dan kun je je overal wel aan irriteren ;-)….  De man die tegenover je in een Grand-Café zit  en uitvoerig in zijn neus peutert, net als je broodje vitello tonato voor je wordt neergezet.  De auto voor je die te langzaam rijdt als je haast hebt.  Een krijsende baby tijdens een prachtige voorstelling. Stiekeme voordringers bij de kassa.  Blije mensen als je je verdrietig voelt. Boze mensen als je blij bent. Starende mensen, gemene mensen, drama-mensen, zeurpiet-mensen, nep-mensen.  Bah.

Ach, gelukkig ben ik snel te resetten met van alles. Een mooi muziekje in een stille huiskamer. Een wandeling over het strand. Een goed gesprek met een fijn glas wijn. Tijn die voor een moment zijn kleine armpjes om mij heen slaat, omdat hij even wil knuffelen.  Heerlijk eten. Lieve familie. Mooie ervaringen en dito vriendschappen. Zolang de balans maar overhelt naar de goede kant. Dan kan ik zelfs, ja zelfssss……. buurman Adri aan ;-)  En dat is pas echt knap.  Kom maar op!

Note to Adri: mochten jouw ogen ooit mijn blogjes kruisen:  Ik meen het niet hoor. Jij bent het trouwens helemaal niet. Ha!  Nogmaals het berust allemaal op toeval. Ja, ik weet dat ik zing onder de douche en me soms in mijn hoofd haal dat het met die galm prachtig klinkt. Dat ik te hard op K3 en Kabouter Plop dans met Tijn. Mijn ventje vuurwerk-sterretjes laat afsteken in juli, ongehoord.  Vrienden heb die langskomen. Er een verdwaald visje kan liggen op mijn zonnescherm…..  Er wellicht nog vele andere verschrikkingen zijn in jouw ogen, met mij als buurvrouw. Maar tijdens deze ‘overtredingen’ bedenk ik me graag dat we dan quitte staan. Lief bekrompen buurmannetje van me! Bedankt voor de inspiratie. Trouwens.

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen

NEIGHBOURS. DE BUURMAN WAAR NIEMAND OP HOOPT.

gluren-669x297

Ik heb een buurman. Ik noem hem Adri Voyeuriski. Hij houdt namelijk met veel bezieling de buurt in de gaten.
Adri is niet de buurman waar iedereen op hoopt. Integendeel.  Adri is moeilijk in de omgang, heeft zijn eigen waarheid en is snel geïrriteerd.  Een verjaardag die onverwacht een beetje gezellig wordt rond 00.30 uur, met een decibel van 0,0005% wordt direct afgestraft.

Adri gaat vroeg slapen en heeft oren die geluid kunnen ontvangen tot aan Zuid-Frankrijk en weer terug, zo ongeveer.  Als Adri onverwachts wakker wordt van een verjaardags-HOERA , zijn de poppen aan het dansen. Hij schiet dan in zijn verwassen trainingsbroekje en begeeft zich pijlsnel richting mijn voordeur. Adri belt niet aan. Adri ramt. Nou ja. Mijn bel is ook stuk, lekker rustig. Enfin.  Als ik de welbekende ram op de deur hoor, schiet ik in de ‘I-can-handle-Adri-yes-I-can’ mantra. Daar heb ik een paar weken over gedaan, voordat deze werkte.
Ik zucht diep en doe de deur open. ‘Hallo Adri!’ Ik lach en straal hartelijk naar hem. Super lief! ‘Geen hallo. Stilte, kappen of politie’, is zijn gedoodverfde antwoord. Terwijl hij dit zegt kleuren zijn koontjes bozig rood, het is bijna schattig. Bijna. ’Ok Adri, fijne dromen!’, zing ik terug. Rustig blijven voelt aan als een overwinning.

Adri is een hufter. Ik vond eens een briefje onder de ruitenwisser van mijn auto met de tekst: ‘Graag melden bij mij. Adri’. Melden. Dus. Ik belde hierop keurig bij hem aan.  Er zat een kras op zijn auto, vertelde hij.  En dat had ik gedaan, want ik parkeer de auto ALTIJD scheef in.  Ik was te verbouwereerd om iets terug te zeggen, dus ben ik gewoon met een gnuif geluidje weggelopen. Dat leek mij de snelste oplossing.  ’s Avonds kwam zijn vrouw aan de deur met excuses. Zij had dat krasje op de auto gemaakt en haar man wist van niks, raar misverstand he? Excuses van Adri zijn er nooit gekomen.

Adri is een beetje eenzaam. Hij verveelt zich stierlijk als zijn vrouw naar haar werk is en zoekt dan afleiding. Die vind hij in mij. Ik raas zo’n beetje het leven door, in zijn ogen. Loop in en uit, heb vrienden en een tuin, waarin gepraat wordt. Adri houdt in de gaten wat er allemaal mis gaat, welke steekjes ik laat vallen. Deelt mee wanneer ik speelgoed moet opruimen uit de tuin omdat er een windje op kan zetten en alles dan ongetwijfeld lawaaierig gaat schuiven, dat soort dingen. Bijzonder attent. Één keer per jaar geeft hij invulling aan zijn passie: appels uit boomgaarden plukken. Adri heeft in deze weken soms zijn verzoen-momenten en brengt dan wel drie appels langs, alsof het goudstaven zijn.  Zomaar, zonder er iets voor terug te verwachten!  De buitenlucht heeft hem dan goed gedaan.

Adri weet mij altijd te verrassen. Gisteren had hij weer een ‘dingetje’.  Ik lag in de tuin van een laatste zonnestraal te genieten toen ik zijn welbekende, bezwete voorhoofd boven de schutting uit zag steken. “Sandra, Sandraaaa, halloooo?’, riep hij. ‘Hallo Adri’.  Het was even stil alvorens hij doorging met ‘Krijg ik nog beeld of blijf je liggen daar beneden’?.  ‘Ik blijf liggen Adri, wat is er?’.   En toen kwam ‘ie:  ‘Op je zonnescherm ligt een VIS, een dooie vis, zeker uit de bek van een vogel gevallen’…… Dat vond ik best humoristisch.  ‘Haha ok!’  zei ik spontaan, ik weet ook niet wat me bezielde? Oei. En daar was hij al: ‘Dat is helemaal niet ok, want daar komen heel veel gore vliegen op af. Je moet dat ding nu weghalen. En dan heb ik nog een verzoek. Wil jij die asbak uit de tuin halen, ik ruik hem ’s nachts nog, als ik in mijn bed lig’.

O, dat had ik nog niet verteld: naast zijn zeer scherpe oren, heeft hij ook een zeer scherpe neus. Die door muren heen ruikt enzo.

Alle mantra’s daar gelaten, ik vond het tijd voor de waarheid. Ik schonk hem hierbij mijn meest innemende glimlach. Terwijl ik nog steeds ontspannen achterover hing klonk daar mijn vriendelijke stem. ‘Heb ik je al eens verteld dat ik je een lul vind? Ja. Gewoon echt een lul. Dan weet je dat. Ik zal de gemummificeerde guppy weghalen voordat er vijfduizend strontvliegen omheen zwermen, maar volgens mij mag ik wél een asbak in mijn eigen tuin zetten. Dus die laat ik staan. En nu kappen, anders eh…politie’. Een weldadige stilte van toch wel 20 seconden volgde, wellicht uit verbazing.  ‘Nou als het zo moet, dan hoeft het allemaal niet meer’ mompelde hij. ‘Lijkt me een puik plan Adri’. Adri droop af naar binnen. Ik nipte zelfverzekerd van mijn limonade.

De rust was wedergekeerd. Maar voor hoe lang?

http://