Tag Archives: kleuters

GEEF MIJ NU JE ANGST

header road sun

Vervolg op:   http://www.sandraooms.nl/algemeen/dubbele-salto-voorwaarts/

 

‘Ja dank u wel’  zei ze. Ze glimlachte, dapper. Oei. Nu begon haar lip te trillen. Niet nu, niet hier!  De sleutel die haar zojuist formeel in haar handen werd gedrukt brandde, alsof er een vuurstraal van dat stukje metaal af kwam, dat snijdend door haar vingers heen schoot en via haar hand doelbewust koers zette richting haar hart.

Kom op, niet hier!  ‘Nee ik ben écht heel blij hoor’, zei ze, in een reactie op de verontrustende blik van de persoon die hem haar had gegeven. ‘Is dit alles? Dan wil ik graag gaan.’ Godsamme nu werden haar ogen vochtig. Nee hè, toch nog 1 handtekening ergens gemist. Ze pakte de pen en probeerde met vaste hand de laatste handtekening te zetten. Een trillerig dom krabbeltje was het resultaat. ‘Ja ok dank U. Dan ga ik nu hè, dag’. Verward greep ze alle papieren bij elkaar, het welkomstkado en die sleutel. Die sleutel, ze hield hem stevig vast. Officiële zooi, wat duurt dat toch lang allemaal.  Ze spurtte naar haar auto, ging zitten en sloot de deur. Stilte. De vuurstraal had haar hart bereikt. Ja verdomme, laat het maar komen dan, die tranen, ze was nu toch alleen.

Dit had ze niet aan zien komen, die waterval, maar oef, best fijn dat het er even uit stroomde. Het zat er waarschijnlijk de hele tijd al, de afgelopen maanden… toen ze bezig was met het uitwerken van diverse plannen. Na die ene beslissing, die sprong.

Gewoon huizen kijken, voelen hoe elk huis voelde, wikken en wegen. Meubels kopen, administratieve zaken afhandelen en spullen inpakken. Dat allemaal. Gewoon. Doen. Bezig zijn. Boven alles de zorg voor haar kind voorop gehouden. Want er was niets belangrijkers, dan dat dit voor hem allemaal soepel moest verlopen. Maar nu, nu greep ze even haar moment, liet ze alles gaan. Accepteerde ze dat niet alles maar vloeiend over hoefde te gaan. Liet ze alles wat vast had gezeten in haar lichaam even los, het mocht. Ze zag -via de achteruitkijkspiegel- de receptioniste van de woningbouwvereniging bezorgd naar haar auto turen. Laat maar, laat maar gaan…..

‘Geef mij nu de nacht, ik geef hem je morgen terug’… Vanuit het niets sprong haar autoradio aan, loeihard. Dat deed hij verdomme wel vaker die radio, zelfs als de contactsleutel er niet in zat. Genoeg om al haar zenuwen op scherp te zetten elke keer, kippenvel te bezorgen. Ze had op Facebook al eens gevraagd hoe dat in godsnaam mogelijk was. Een paar technische verklaringen deden haar geloven dat dat dus kan, blijkbaar. ‘… Zolang ik je niet verlies, vind ik heus wel een weg met jou’. Guus Meeuwis horen zingen in deze toestand was grappig. Best grappig. Huilen ging over in stompzinnig lachen. Volgens mij klonk ze als een loeiende wolf met ernstige keelproblemen. Bevrijdend, dat wel. Kom op, gassen. Ze zuchtte diep en reed naar de plaats van bestemming. De sleutel brandde al die tijd nog steeds in haar hand. Daar was haar nieuwe voordeur. Ze liet de sleutel voorzichtig in het slot glijden. En daar in die lege woonkamer kwam de dankbaarheid, de hoop, de blijdschap. Ook dat mocht haar overvallen. Een nieuwe start. Het was zover. Het nieuwe hoofdstuk kon beginnen. Ze was er klaar voor.

Bedankt lieve vrienden en familie voor de hulp in mijn huis en het opvangen van Tijn tijdens deze drukke dagen, vol muurverf, dozen en schoonmaakzooi. Ik zit op mijn plek. Het is prachtig hier, schitterend huisje. Het gaat goed. Alles gaat goed. Met Tijn ook. Blik op vooruit. De feestdagen tegemoet zien met mijn mini-ventje. Ik kijk er naar uit. Gordels vast, op weg naar 2015.

Zolang ze zich niet verliest, vindt zij heus wel een weg met Tijn ;-)

 

 

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen

CHAOS

chaos

loesje

 

Ik ren de deur uit, met Tijn, op weg naar zijn school. Ik ben wat te laat, ondanks dat de klok in de huiskamer altijd -met zelfkennis- op ‘voor’ staat, ik trap er helaas niet meer in.

“Klik, Toink, Klik, Toink,” klinken mijn voetstappen in de achtertuin. Hmm. Raar geluidje maken mijn schoenen. O sjit. Ik heb 2 verschillende zwarte enkellaarsjes aan gedaan. Stom. Ik race terug het huis in en kan gelukkig nog 1 matchend laarsje vinden bij degene die ik al aan mijn voeten heb.

Ai, waar is mijn autosleutel nou weer? Ik had hem net toch nog? Niet op de trap of de tafel!  Help waar is dat ding? Naarstige zoektocht. Oh, toch in mijn handtas onderin tussen losgeraakte kaugompjes, papiertjes, make-upjes en tampons. Gevonden! We zijn nu klaar om te vertrekken.

Onderweg zie ik dat Tijn nog een veeg chocoladepasta op zijn wang heeft. En dan doe ik iets wat ik als kind altijd al verafschuwde als mijn moeder dat deed. Het gebeurde zomaar. In de haast. Ik stop mijn vinger in mijn mond en veeg met mijn natte spuugvinger de choco weg. ‘MAMA!!’. Tijn wendt zijn hoofd vol afschuw van me af. ‘Zo weg!’, zeg ik lachend. De opdoemende jeugdherinnering negerend. School, we zijn bij school.

Even Tijn afzetten en dan kan ik thuis nog wat klusjes wegwerken want een aantal liggen er al ietsie te lang. Ik loop de klas in en juf zegt ‘Aah daar is Tijn dan toch met zijn mama.’ Vervolgens roept ze door de klas  ‘OK kinderen! Ik geef nu even door wélke kinderen  met wélke mama mee gaan rijden naar het verven’. Verven. Verven? Verven! Argh. Dat is vandaag! Ik had me opgegeven als ‘rij-moeder’! Dat was ik glad vergeten. De agenda in mijn hoofd schuift wat klusjes op en neer in gedachten terwijl mijn mond een zelfverzekerde glimlach probeert te produceren, die moet aangeven dat ik –natuurlijk- voorbereid was. Ja verven hé. Leuk!

Nog geen 10 minuten later rij ik met vier kleuters in mijn auto richting Kunstzinnig centrum “De Blauwe Schuit”. De kids hebben flinke lol. Ik zet de radio wat harder. K3 klinkt door de speakers. Twee dametjes beginnen te swingen. Tijn grijnst. Ik zwaai met mijn arm. En kleuter nummer vier, een jongetje, zegt dat hij mij een beetje een gekkerd vindt. Dat mag. HAHAHA! Ik lach er hartelijk om en jengel mee: ‘Oya Lele. Ik voel me plots weer zo oya lele!’

Oei. Nu was ik even afgeleid en ben ik gedachteloos de verkeerde straat in gereden. Nou ja dan rijd ik maar wat om. Verdorie, alle stoplichten tegen. Aangekomen op de plaats van bestemming zie ik dat alle ouders en de kinderen al keurig gegroepeerd voor de deur staan. Mijn wangen kleuren rood, we zijn de laatste.

Chaos, ik ben er helaas iets te veel mee bekend. Waar anderen alles keurig overzichtelijk kunnen terugvinden leg ik vaak gedachteloos mijn spullen her en der neer. Vervolgens weet ik niet meer waar iets ligt. In een opruim-woede heb ik een keer alles een ‘plek’ gegeven. Dat versloft dan helaas weer te zijner tijd. Ik kleed mij ‘s ochtends regelmatig ‘half’ aan, in de hoop dat ik een onderdeel van mijn garderobe ergens tijdens het ochtendritueel wel weer tegenkom. Een haarspeld, lippenstift of riempje. Dit is helaas niet altijd het geval. Zoeken doe ik dan niet. Kansloos. Ik flans wat in elkaar van wat wel beschikbaar is.

Spullen kunnen op de gekste plekken liggen. Een boek van de bibliotheek heb ik moeten betalen omdat ik het kwijt was. Spoorloos. Twee jaar later vind ik hem, onder de printer. Als ik iets ergens neerleg spreek ik mezelf toe, dat ik moet onthouden dat het DAAR LIGT, maar op het moment dat ik het nodig heb word ik bevangen door een totale black-out.

Of ik ben spullen ECHT kwijt. Laarzen, cd’s, belangrijke brieven, lievelings-oorbellen. Nooit meer terug gevonden. Gewoon verdwenen. Ik vrees dat de chaos nooit echt zal verdwijnen. Op het moment dat ik dit overpeins, hier aan tafel, kijk ik ineens recht tegen een usb stick aan met mooie foto’s die ik al drie weken kwijt was. Zomaar. Verstopt tussen wat paperassen.

Een geluksmomentje! Vaak ook inspirerend om iets nieuws te ondernemen. Zo kom ik regelmatig weer leuke spulletjes tegen. Waarvan ik dacht dat het weg was. En juist op dat moment kan ik zoiets net weer nodig hebben.