Tag Archives: mama

THE FISHWIFE

viswijfHEADER

Tijns huid had dezelfde kleur als zijn haar toen hij vanmorgen wakker werd: spierwit.  Oei. Ventje is ziek. Ziek!  Direct schiet ik in de zorgmodus.  Even koorts opmeten.. hmmm. 39 graden.  Tijd voor ‘het dienblad’.   Tijn weet dat ook, als hij ziek is pakken wij het bloemetjes-dienblad. Daarop mag hij neerleggen wat hij lust en hoeft hij niets te eten wat hij niet wil. Dit is tevens een hele fijne graadmeter voor mij om in te schatten hoe ziek hij daadwerkelijk is.  Er was eens een keer dat ik het dienblad te vroeg pakte namelijk, nog net onder de 38 graden streek ik met mijn hand over mijn hart, waarop Tijn vijf pakjes smarties, een koekje en een ijsje erop knalde. Foutje.  Het dienblad wordt nu alleen ingezet boven de 38.5 graden. En met succes.

Nog steeds spierwit en wankelend op zijn benen van de koorts zie ik dat hij toch geniet van dit kleine momentje van macht.  ‘Tijn, een banaantje misschien? Een droog toastje?’…  ‘Neeeee, mama IK mag het hélemaal zelf weten en JIJ moet niets zeggen’. Ohja….  Tijn pakt een banaan van de fruitschaal en vervolgens duikt hij de kast in om een enkel droog toastje te pakken. Oei.  Die is echt ziek. Hop, naar boven in mijn bed en het dienblad ernaast. Helaas neemt hij geen hapje en ook geen slokje drinken. Wat nu? De zinnen verzetten.  Op zo’n moment haal je je beste vriendin tevoorschijn: de tablet. De tablet bevat tekenfilmpjes, oneindig veel tekenfilmpjes. In alle soorten en maten. Niet dat mijn kind daar van houdt, van al die soorten en maten. Hij wil meestal maar één ding kijken en dat is ‘Oggy en de kakkerlakken’.  Een soort Tom&Jerry maar zo mogelijk nog irritanter en niet alleen vanwege de achtergrondmuziek.  De drie kakkerlakjes uit deze oneindige serie zijn werkelijk onuitstaanbaar en hun hatelijke giecheltjes ook.  De giecheltjes hebben een eigen geluidsfrequentie: het laat zich het beste omschrijven als de chipmunks nadat ze drie liter helium hebben opgezogen.  Zo rond giechel 78 heb ik het meestal wel gehad en probeer ik hem ervan  te overtuigen om eens wat anders te bekijken maar dat heeft niet echt succes. Verder dan ‘Spongebob, the movie’ ben ik meestal nog niet gekomen en eigenlijk was die al aanwezig voordat de kakkerlakken hun digitale entree kwamen maken in mijn huis. En let’s face it, die Spongebobmovie is ook irritant.  Vooral als je tegen het einde van de film wordt geconfronteerd met de onsmakelijke poriën en rugharen van David Hasselhoff. Maar dat terzijde. Het kind is ziek en de kakkerlakken mogen aan. Het volume echter, dat mag wel wat zachter. ‘Maar dan kan ik het niet horen mama, écht niet!’

Een blik op zijn linkeroor vertelt me dat het daar niet zo goed mee gaat, deze is knalrood. Omdat de koorts maar niet zakt, de lamlendigheid ernstige vormen aanneemt en hij nog steeds niet wil drinken besluit ik toch om maar even een afspraak bij de huisarts te maken. Eenmaal daar ondergaat Tijn als een zielig hoopje ziek -vacuüm en koortsig tegen mij aangeplakt- wat onderzoekjes. Ai. Oorontsteking in fase 1…. we kunnen nog even wachten met de antibiotica, het nog even aanzien. Vooruit, want ik ben niet echt een voorstander van deze kuren.

Terug naar huis, in de auto. Eigenlijk moet ik nog even langs de supermarkt om wat boodschappen te halen, zou Tijn dat trekken? Op het moment dat ik me dat afvraag begint hij over te geven, een restje glijdt over mijn toegesnelde hand. Om vervolgens de rest van zijn maaginhoud te lozen in een boodschappentas die ik razendsnel tevoorschijn haal vanaf de achterbank. Mama’s kunnen alles op zo’n moment, zo ook gewoon doorrijden in een rechte lijn. Echter, schakelen daarbij is net iets  teveel van het goede. Daarvoor mis ik simpelweg even een derde of vierde hand… en een aantal vingers.  De auto komt met schokkende bewegingen en een raspend geluid tot stilstand. Gelukkig op een rustige weg net uit het centrum. Kalm. Even uitkotsen. Achter mij begint een auto te toeteren, met daarin een type tokkie zo vluchtig gezien, ook dat nog. Aangezien ik nog even niet bij machte ben om de auto te verplaatsen geeft hij gas en komt hij tot stilstand naast mijn raam, zijn raampje glijdt open en een stem buldert: ‘Moeten we ook niet doen hè, een wijf achter het stuur!!’  Razend werd ik. Normaal ben ik best wel van de keurige en aardige woorden maar ik had het even hélemaal gehad, bovendien steeg de zurige kotslucht mij naar het hoofd. ‘Hee Klootzak! Mijn kind kotst hier en ik kots van jou, dus kar even door met die noodharses van je!’ Zo. Hallo San. Noodharses? Volgens mij heb ik dat woord voor het laatst gebruikt in 1988, een woord dat ik als puber grappig vond, haha! Waar kwam dat vandaan? Uit de diepste krochten der onmacht?  Whatever. Ik zag dat hij onder de indruk was en hoofdschuddend reed hij door. Mooi. Ondertussen kon ik de mond van mijn arme ventje afvegen en zette ik verder koers naar huis.  Mannetje op bed met een zetpil. Rust. Vrijwel direct viel hij in slaap van alle commotie en onderzoeken op zijn lamlendige lijfje.

Tegen vijven werd hij wakker….. hij was een stuk opgeknapt. Zetpillen en slaap zijn fijne dingen als je een ziek kind bent. ‘Ik wil wel wat vissticks mama’. Natuurlijk, dat kan mama maken, vis.  Hoeveel wil je er dan Tijn?  ‘Hoeveel mag ik er?’, klonk hij verbaasd.  Hoeveel je er wilt. ’Dan wil ik er 15, maar 1 is ook goed’.  Ach gut, vast frustrerend als je maag wat anders zegt dan je hersens als je eens carte blanche krijgt bij iets wat je heerlijk vindt.  De visstick ging erin en bleef erin, zo ook nog een beker water. Tegen de avond steeg de koorts weer licht, maar zojuist is hij heerlijk in slaap gevallen.  Ik maak me klaar voor een onrustig nachtje.  Morgen zien we wel weer hoe het gaat.  We starten gewoon weer met dat dienblad en als de kakkerlakken beginnen te giechelen neem ik een time-out. Want dat heb je af en toe wel nodig als moeder, met een ziek kind. Voor je het weet tref je jezelf aan met je hoofd uit het raam van de auto …. scheldend als een ordinair viswijf.

 

 

 

 

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen

GEEF MIJ NU JE ANGST

header road sun

Vervolg op:   http://www.sandraooms.nl/algemeen/dubbele-salto-voorwaarts/

 

‘Ja dank u wel’  zei ze. Ze glimlachte, dapper. Oei. Nu begon haar lip te trillen. Niet nu, niet hier!  De sleutel die haar zojuist formeel in haar handen werd gedrukt brandde, alsof er een vuurstraal van dat stukje metaal af kwam, dat snijdend door haar vingers heen schoot en via haar hand doelbewust koers zette richting haar hart.

Kom op, niet hier!  ‘Nee ik ben écht heel blij hoor’, zei ze, in een reactie op de verontrustende blik van de persoon die hem haar had gegeven. ‘Is dit alles? Dan wil ik graag gaan.’ Godsamme nu werden haar ogen vochtig. Nee hè, toch nog 1 handtekening ergens gemist. Ze pakte de pen en probeerde met vaste hand de laatste handtekening te zetten. Een trillerig dom krabbeltje was het resultaat. ‘Ja ok dank U. Dan ga ik nu hè, dag’. Verward greep ze alle papieren bij elkaar, het welkomstkado en die sleutel. Die sleutel, ze hield hem stevig vast. Officiële zooi, wat duurt dat toch lang allemaal.  Ze spurtte naar haar auto, ging zitten en sloot de deur. Stilte. De vuurstraal had haar hart bereikt. Ja verdomme, laat het maar komen dan, die tranen, ze was nu toch alleen.

Dit had ze niet aan zien komen, die waterval, maar oef, best fijn dat het er even uit stroomde. Het zat er waarschijnlijk de hele tijd al, de afgelopen maanden… toen ze bezig was met het uitwerken van diverse plannen. Na die ene beslissing, die sprong.

Gewoon huizen kijken, voelen hoe elk huis voelde, wikken en wegen. Meubels kopen, administratieve zaken afhandelen en spullen inpakken. Dat allemaal. Gewoon. Doen. Bezig zijn. Boven alles de zorg voor haar kind voorop gehouden. Want er was niets belangrijkers, dan dat dit voor hem allemaal soepel moest verlopen. Maar nu, nu greep ze even haar moment, liet ze alles gaan. Accepteerde ze dat niet alles maar vloeiend over hoefde te gaan. Liet ze alles wat vast had gezeten in haar lichaam even los, het mocht. Ze zag -via de achteruitkijkspiegel- de receptioniste van de woningbouwvereniging bezorgd naar haar auto turen. Laat maar, laat maar gaan…..

‘Geef mij nu de nacht, ik geef hem je morgen terug’… Vanuit het niets sprong haar autoradio aan, loeihard. Dat deed hij verdomme wel vaker die radio, zelfs als de contactsleutel er niet in zat. Genoeg om al haar zenuwen op scherp te zetten elke keer, kippenvel te bezorgen. Ze had op Facebook al eens gevraagd hoe dat in godsnaam mogelijk was. Een paar technische verklaringen deden haar geloven dat dat dus kan, blijkbaar. ‘… Zolang ik je niet verlies, vind ik heus wel een weg met jou’. Guus Meeuwis horen zingen in deze toestand was grappig. Best grappig. Huilen ging over in stompzinnig lachen. Volgens mij klonk ze als een loeiende wolf met ernstige keelproblemen. Bevrijdend, dat wel. Kom op, gassen. Ze zuchtte diep en reed naar de plaats van bestemming. De sleutel brandde al die tijd nog steeds in haar hand. Daar was haar nieuwe voordeur. Ze liet de sleutel voorzichtig in het slot glijden. En daar in die lege woonkamer kwam de dankbaarheid, de hoop, de blijdschap. Ook dat mocht haar overvallen. Een nieuwe start. Het was zover. Het nieuwe hoofdstuk kon beginnen. Ze was er klaar voor.

Bedankt lieve vrienden en familie voor de hulp in mijn huis en het opvangen van Tijn tijdens deze drukke dagen, vol muurverf, dozen en schoonmaakzooi. Ik zit op mijn plek. Het is prachtig hier, schitterend huisje. Het gaat goed. Alles gaat goed. Met Tijn ook. Blik op vooruit. De feestdagen tegemoet zien met mijn mini-ventje. Ik kijk er naar uit. Gordels vast, op weg naar 2015.

Zolang ze zich niet verliest, vindt zij heus wel een weg met Tijn ;-)

 

 

TOT DE MAAN EN TERUG

tot de maan en terug

Tijn en ik liggen naast elkaar op zijn bed. Hij gaat zo slapen. Tijd voor een goed gesprek van kleuter tot mama. En niet andersom.  Hém laten praten en af en toe een vraag stellen of antwoord geven. Tijn heeft altijd teveel te vertellen als hij eigenlijk moet gaan slapen. Dat rekt de tijd lekker.  En ik geniet zo van deze momentjes, dat ik meestal doe alsof ik dat niet door heb.

‘Mama ik wil geen klein jongetje meer zijn,  groot zijn duurt nog HEEEEELLL lang. Veels te lang. Dat vind ik stom’.  ‘Aha. Ok. en wat is er leuk aan groot zijn, wat wil je dan allemaal doen?’

‘Nou, eerst moeten we een hele grote broek kopen als ik groot ben, want die kleine broekjes pas ik dan niet meer, ik ga natuurlijk niet in mijn blote kont hahaha!’  Ik glimlach. Een stilte volgt, Tijn denkt diep na en vervolgt: ‘En dan ga ik naar de hamsterwinkel en zeg ik dat ze nu eens nieuwe moeten geven en niet steeds diezelfde want dat vind ik pas echt stóm. Dan pak ik er zélf wel een heleboel van boven héél hoog uit die doos!’*

Tsja, worldproblems first. Maar er kwamen nog meer wensen uit:

‘Ik ga dan werken. Want dat moet. Anders heb ik geen centjes. Ik kan heel erg goed eten maken dus ik word kok. Dan gaan de mensen zeggen dat het echt héél erg lekker eten is en dan heb ik veel centjes om snoep en taart te kopen’. ‘Ik ga ook naar Amerika, of nee, éérst naar Spanje op visite bij Sinterklaas.  De kerstman woont in de winter en Sinterklaas in de zomer want dat heet Spanje’. ‘Ik krijg natuurlijk een andere naam als ik groot ben,  hoe ga ik dan heten?’ … ‘Ik doe dan een baby kopen en in jouw buik stoppen, want ik ga met jou trouwen mama.’ ‘Ik ga op alle bergen klimmen naar de wolken toe, want dat vond ik zo leuk in Italië op vakantie’. Hij wordt slaperig.

‘Ja dát wil ik. Allemaal!’  verzucht hij tevreden na zijn verwarrende opsomming en wat noodzakelijke herstelantwoorden van mijn kant.

‘En gelukkig zijn, wil je dat ook Tijn?’

Oei. Dat is een moeilijke vraag voor een kleuter. ‘Gelukkig zijn? Wat is dat dan mama?’  ‘Nou dat is als je altijd héél erg blij bent, niet vaak verdrietig en heel veel leuke dingen doet’. Tijn denkt na. ‘Ja dat wil ik, ik ga áltijd leuke dingen doen en nooit stomme dingen. Nooit’.  Dat is goed, doe dat maar.

Slaap zacht lieverd.

God, wat hou ik toch van dit kleine ventje en zijn visie op de wereld. Liefde tot de maan en terug, zoals hij dat zelf vandaag verwoorde.  Had hij op school gehoord. Mag hij nog heel lang zo blijven?  Mag hij nog heel lang zo simpel blijven denken? Mag ik hem behoeden voor al het lelijks dat op zijn pad komt? Gelukkig worden, het klinkt zo eenvoudig. Maar dat is het niet altijd. Of wel. Eigenlijk. Als je daarvoor zelf toe besluit.  Ik ga hem dat nog wel eens vertellen als hij groter is. Later.  De klok tikt zacht op de achtergrond, hij slaapt inmiddels. Twee knuffelhondjes tegen zijn gezicht.  Ik zit naast zijn bed en kijk naar hem, heel lang. Sla alles op. Zijn blonde haartjes zweterig door elkaar, zijn gezichtje…. zijn handjes.  Voor je het weet IS hij groot. En gelukkig. Natuurlijk. Want dat moet.

———

* Albert Heijn is tijdens deze WK-weken omgedoopt tot ‘de hamsterwinkel’ door Tijn. Ze geven bij de kassa een klein stoffen hamstertje bij elke 15 euri, die je kunt sparen. Er zijn zo’n 20 verschillende.  Ik denk dat de laatste 17 monstertjes pas over een paar weken vrij komen, om het extra irritant en teleurstellend te maken voor de kinderen.  Ik kan niks anders bedenken als ik naar de gigantische stapel dubbele hamsters kijk, hier in een pot. 

 

 

“MAM, JE MOET NU GAAN, GA NOUWWW!”

285679_337394449665755_87395805_n

Mijn ventje betrad op 16 september 2013 als verse 4-jarige onwennig de kleuterschool. Hangend op mijn arm, zijn armpjes veel te stevig om mij heen… Verlegen en vol spanning. Onzekere, licht vochtige oogjes keken me aan. Ik fluisterde in z’n oor dat het allemaal goed zou komen en dat het heus, echt waar, heel erg leuk wordt – op school.

En dat is het, leuk! Sinds dag 1 is het de traditie dat ik samen met hem, op zijn kleine kleuterstoeltje, innig verstrengeld wacht tot de schoolbel gaat. We lachen, praten, delen geheimpjes uit en knuffelen. Soms laat hij me een recent kunstwerk zien dat hij heeft gemaakt. Na de bel nog een laatste kus, zwaai en dan gaat mama. Maar altijd toch, nog even, die stiekeme knipoog van mij door het raampje van de klas naar m’n knulletje … ‘doeehoeeg’ lach ik. Ik krijg een verlegen lachje terug, z’n handje gaat nog even omhoog… *Zucht, schatje*

Sinds een paar dagen is het anders.
Hij gaat zitten op z’n kleuterstoel en ik zit ervoor, op m’n hurken, mijn gezicht naar hem toe. Dat ging zomaar, die verandering van positie. Ik geef hem een kusje en zeg ‘veel plezier’…

‘Mam ga nouwww, de bel gaat zo’ zegt hij weer. Hij duwt me een klein beetje weg en zijn ogen volgen een stoeipartij die ergens plaats vindt, achterin de kring. Een paar aanwezige ‘grote’ jongens van ruim 5 jaar hebben de grootste lol. Tijn kijkt ze met een scheef lachje en vol bewondering aan. Ze zien hem niet.

‘Nou daag Tijn, ik ga nu he!? Tot straks!’

Hij hoort me al niet meer…

Sjit. Begint dat loslaten nu al? ;-)

HORROR-OCHTEND

1457707_568738873197977_1358154391_n-720x280

Erachter komen dat de wekker van je mobiel niet is afgegaan…..

Mijn zoontje Tijn die precies die dag besluit uit te slapen. Als een wervelwind aankleden inclusief kind. Broodje in de mond van Tijn proppen, jas aantrekken, racen naar de auto… Ontdekken dat het -goddamnit- gevroren heeft, de krabber zoek is, je baalt dat je dat vries-wonderdoekje niet hebt gekocht bij de Halfords. Had iemand deze niet aangeprezen op Facebook? Besluit op de fiets te stappen, om in de schuur te realiseren dat de fiets met kinderzitje al enige tijd geleden stuk is gegaan.

Weer terug rennen naar de auto. Laatste restje antivries op de ramen spuiten… met minimaal zicht en een loeiende verwarming naar school racen. Met je kind een reeds gesloten en stille klas in stormen….broodresten nog op z’n mond.

Naar je werk toe racen. Erachter komen dat je bent vergeten dat die **#@$ straat naar je werk is afgesloten i.v.m. bouwwerkzaamheden. Kinderlijk besluit dat je echt niet gaat omrijden. Toch nog een laatste parkeerplekje spot bij de Rabobank, met daarop een lullig verkeerspaaltje. Ha!

Een verkeerspaaltje dat na uitstappen 10x zwaarder is dan je dacht. Deze toch met je laatste gefrustreerde oerkrachten weet te verplaatsen. Je auto zowaar succesvol inparkeert. Op een drafje naar je werk loopt, je jas uittrekt en eens kijkt wat je aan hebt: een scheef geknoopte jurk.

Zo! En nu ga ik voor het eerst in mijn leven koffie drinken.

en ohja: übermoeders die nooit gemummificeerde spinnen aantreffen in een insectenpot naast hun bodylotion, waarvan hun kind de kat niet knipt en al helemaal hun lippenstift niet steelt!…… Altijd een plan A,B,C en D hebben, georganiseerd ‘as ever’.

Ik wil het vandaag even niet weten.

KUKELEKUU…?

wekker111

KUKELEKUUUU!!!

….klinkt het luid door het huis om 7.30 op deze zondagochtend.
What the…?! Ik schrik me rot!

Even flitst er een beeld van onze kat met een haan in z’n bek, door m’n nog wankele dromerige brein. Maar nee. Dat kan niet.
Ahoewel? Niets verbaast me meer sinds mijn kat gisteren met twee beesten in zijn bek mijn huiskamer in kwam zeilen. 1 levende muis en 1 dode vogel….

Dan hoor ik opgetogen kleine voetjes rennen over het laminaat en een “Mamaaaaaa, mijn wekker zegt kukelekuu!!!” *verbazing en een ongelovig lachje op z’n gezicht*. Ohw. Ja. ik hoorde het. Niet te missen he.

Goed. Eens kijken naar die wonderwekker die hij van Sinterklaas heeft gekregen. Eerst een bange Tijn geruststellen, want een wekker die -bij nader inzien- plots gaat schreeuwen in de vroege ochtend is best eng en helemaal niet zo grappig meer. Hij zet geen voet meer in z’n slaapkamer…. Dat konijntje zou toch in stilte wakker worden door op te lichten?

Enig onderzoek wijst uit dat die wekker deze heerlijke geluids-functie heeft, maar dat ik er absoluut niet van op de hoogte was. Ik vermoed enthousiaste kleutervingertjes…

Goedemorgen…… :-$