Tag Archives: ziekenhuis

OVER LIEFDE EN HAMERHAAIEN

SANTIJN745007141_n

Liefde. Voordat jij er was kon ik het voelen voor familie, vrienden en geliefdes. Het kon diep gaan, die liefde. En ik dacht dat dat alles was. Toen jij – op 14 september 2009 om 23.58 uur – op mijn buik werd gelegd voelde ik een verbintenis, maar ik was ook overweldigd en in de war. Ik bedoel… je was er niet opeens, zomaar. Je was gewenst en ik had op je gewacht. Maar toch… toch kon ik je alleen maar stomverbaasd aanstaren.

We lagen met zijn tweeën in een kamer in het ziekenhuis. Het was doodstil, iedereen was al naar huis. Een zwak licht van een lantaarnpaal scheen door de kier van het gordijn over je gezichtje. Mijn vinger gleed over het kuiltje in je kin, hetzelfde kuiltje als ik. Je had een bos pikzwarte haartjes. Ik sprak tegen je, zei dat ik je mama was en dat wij voor altijd samen zouden zijn. Het was een vaststelling, vol verwondering. Maar er was ook onzekerheid. Want, mijn god, wat was je klein. Deed ik het wel goed? Je werd even van me weggenomen. Je maagje moest worden leeggepompt en tevens zou er melk ingepompt worden. Het leek uren te duren voordat ze weer terug kwamen en ze me jou weer terug gaven. Bezorgd keek ik naar je gezichtje en het was toen, op dat moment, dat er iets gebeurde in mijn lijf. Ik weet het nog precies. Over je wang liep een enkel traantje. Het dwarrelde al bij je kin. Het had al een korte weg bewandeld, zonder mij. Daar, bij dat traantje, voelde ik iets waar mensen weleens euforisch over spraken: moederliefde? Onvoorwaardelijke moederliefde. Althans, dat móest het wel zijn. Als door een bizarre oerkracht gedreven wilde ik jou plots met elke vezel van mijn lichaam beschermen en troosten.

Met jou, dicht tegen mij aan gleed de nacht voorbij. In onze eerste nacht, waarin ik ontelbare keren de zoete geur van je haartjes opsnoof, je handjes vasthield en je minstens 80 kusjes heb gegeven, begon deze liefde, die ik nog niet eerder had gevoeld. Liefde van een ander soort, van een andere dimensie. Morgen word je zes. Zes jaar alweer! Alsof het met één enkele knip van mijn vingers voorbij is gevlogen. En toch is er zoveel gebeurd en ben jij al zo gegroeid. Je bent een blij, lief, onbezorgd en ondeugend jochie. Morgen feest op school. Je wensen voor je feesthoed heb je al kenbaar gemaakt aan de juf. Het moet een hoed zijn met hamerhaaien en krokodillen (to be specific wink-emoticon ). Dat komt vast goed. Ik hou van je lieve gekke smurf. En morgen maak ik foto’s van jou en je hoed en is het feest met taart en cadeautjes. We gaan je verjaardag uitbundig vieren. En intern vier ik het jubileum van mijn zesjarige moederliefde. Hamerhaaien en krokodillen, typisch Tijn.

FacebookTwitterGoogle+WhatsAppPinterestPrintEmailLinkedInDelen

GELUK EN GLAS BREEKT EVEN RAS

scherf gelukkopie

Rood. Ik zag heel veel rood.  Opeens, zomaar, van het ene op het andere moment.  Bloed.  Tijn gilde. ‘Tijn niks aan de hand. We gaan naar de dokter en die gaat het gewoon weer eventjes ‘maken’, zei ik. Zo stabiel mogelijk. Ik werd een beetje duizelig.  Durfde het eigenlijk niet maar keek toch maar weer even naar die plek… het was er echt. Er zat een soort gat in de zijkant van m’n pols, best diep en groot. Ongeveer 1,5 cm. Bloed vloog eruit. Jeetje, hoe kan dat nou? Kalm. Kalm. Niet bang zijn.  ‘Niks aan de hand hoor Tijn even een handdoekje erop en dan gaan we naar de dokter, wat een bloed he jeetje, schrok je? gek he. Sjongejonge …’   Ik ratelde door, het stelde mij zelf ook wel gerust.  Alles om niet te denken aan de plek waar het bloed vandaan kwam. Alles om de plotseling opdoemende horrorachtige beelden weg te drukken van lijkwitte mensen die daar bloeden… als ze dood willen. Misselijkmakend brein, stop met denken. Kalm. Niks aan de hand San. ‘Niks aan de hand hoor Tijntje!’  mijn stem klonk net iets te hard.

Het zou mooi weer worden. Ik had besloten dat ik even alles achter elkaar ging doen wat nog moest, dan konden we daarna lekker gaan genieten. Buiten.  Ontbijtje hadden we net achter de rug. De vaatwasser moest alleen nog even uitgeruimd worden. Terwijl ik de borden in de kast zette, gleed mijn blik langs de vissenkom. Frank&Stein keken mij verwijtend aan. Kak! Die vissenkom, die zou ik eigenlijk gisteren al schoon maken. Doe ik dat gewoon nu gelijk even. Hop! Hier met die kom.

Tijn vindt de vissenkom schoonmaken leuk .Frank&Stein die keihard weg zwemmen als mama ze wil vangen. Hilarisch. Spartelende beestjes in de 2 seconden droogte tijdens de verhuizing naar de soeppan of een andere bak. Boeiend. 1x spartelde Frank zo hard in het netje dat hij eruit vloog op het aanrecht. Tijn keek zijn ogen uit, toen ik hem razendsnel in mijn handen greep en hem verwilderd weer terug in het water terug gooide.  ‘Wow mama, Frank ging vliegen!’.

Maar vandaag deed Frank dat even niet. Vandaag ging alles goed.  Onder begeleiding van een ratelende Tijn die, staand op een krukje aan het aanrecht, de vissen toesprak. Hij vertelde ze dat ze zo weer terug mochten naar huis. Ik gooide het vuile water in de gootsteen. Kraan aan. Spoelen.  Mijn ogen keken naar opzij terwijl mijn handen verder werkten. Tijn gooide zijn spongebob poppetje in het water ‘Frankie.. Steinnie komt ie!’  Zucht. ‘Tijhijnnnnn niet doen dan schrikken ze!’.  KNAL. Hoe, wat of waarom, ik weet het niet.  Een harde knal. Overal glas. En dat rood……een klein riviertje van rood vocht kronkelde zich een weg tussen de stukjes glas door, in de gootsteen.

Twee verdovingsspuiten, 4 hechtingen en een tetanus prik later was alles weer rustig. Het glas en het bloed waren ook weg. Rustig. Alleen nog even niet in mijn hoofd. Besef dat het ook anders had kunnen aflopen. Slechter, zoals de arts had gezegd, was er eventjes. Maar, wegens nutteloos bevonden gedachte, weer snel verworpen.

Tijn was binnen met de bal aan het spelen. Sinds het WK-voetbal op tv is, denkt hij ook dat hij een voetbalheld is. Iets te overtuigend. ‘3,2,1 GO!!!’ De bal vloog in een boog door de kamer tegen glazen vazen aan, waarachter ik net een kopje thee dronk. Glas vloog weer in stukjes door de lucht. Gelukkig naast me dit keer.  ‘Ohw.Ohw. Sorry mama!’

Ach ik vond die vazen toch niks, ze stonden in de weg. Ook weer opgelost. Gezien de commotie van vanmorgen gedroeg ik me wat gelaten. Scherven. Scherven glas vliegen hier vandaag ruimschoots in het rond.

Scherven die geluk gaan brengen. Natuurlijk. Sjit. Wat een geluk heb ik. Gehad. Dat ook.